Column: De AutoRai in crisis
Dit jaar had ik het genoegen de AutoRai maar liefst twee keer te kunnen bezoeken. De eerste keer was tijdens de officiële opening op dinsdagavond. Toen er nog auto’s werden verkocht was dit altijd hét feest van alles en iedereen die iets met automotive te maken had. Strakke smokings bij de heren, verleidelijk zwart bij de dames. In alles kon je zien dat je met een succesvolle bedrijfstak te maken had met de nodige grandeur.
Hoe anders was het bij de opening van dit jaar. Het was natuurlijk al bekend dat veel importeurs hun blik aan de straatstenen niet meer kwijt kunnen maar om vervolgens een feestelijke opening om te vormen tot een bijeenkomst waar de grafstemming in alle facetten voelbaar was, gaat te ver.
In werkelijk niets was te zien dat de auto-industrie, weliswaar getroffen door de crisis, maar vol strijdlust, de kop fier in de wind, het gevecht zou aangaan. Een oersaaie bijeenkomst waar de toch in grote getale opgekomen genodigden het gapen maar nauwelijks konden onderdrukken.
Zeker de Nederlandse topman van Shell zal deze avond niet herinneren als zijn “finest moment”. Toen hij in zijn speech aangaf dat hij bijna ging afronden kreeg hij een dankbaar applaus van de aanwezigen. Een gemiste kans, want de nieuwe benzine van Shell verdient een betere lancering. Later die avond maakte het duo Balkenende/Eurlings veel goed. Het feit dat op het podium, en later in de elektrische Lotus, twee echte autoliefhebbers zich presenteerden, spatte er van af. Balkenende, die dezelfde dag de Afghanistan-top in Den Haag bijwoonde, ’s middags even op en neer was gevlogen naar Berlijn en dus ’s avonds de Autorai opende, maakte een inspirerende indruk. Vol humeur maakte hij snel duidelijk dat hij als echte autoliefhebber zich geen zorgen maakt over de toekomst van deze belangrijke bedrijfstak. Er staan immers voldoende innovaties op stapel die garanderen dat wij nog decennia lang auto zullen rijden.
En is het niet op de nieuwe brandstof van Shell, dan is het wel op de 220 volt van NUON. En daar zaten de aanwezigen op te wachten! Na afloop van het officiële programma mochten we zelf nog over de beurs. En ook dit jaar stonden er weer een paar juweeltjes. Ook op de Porsche stand. Als je de Boxster ziet staan kan je toch niet anders concluderen dan dat de facelift geslaagd is, zeker als de kleur wit is. De iele achterkant heeft plaatsgemaakt voor een stevige kont die qua lijnenspel niet meer onder doet voor zijn duurdere broer. Dat wordt nog een interessante ontwikkeling. Zelf was ik onder de indruk van de donkerblauwe Targa. Misschien kwam dat wel omdat de Targa met gesloten dak niet of nauwelijks te onderscheiden is van de reguliere 997. Voor de rest pakte Porsche niet echt uit. Soberheid troef. En dat is jammer want juist in deze tijd snak je naar wat uitbundigheid. Zal wel weer wachten worden tot 2011.
Ben benieuwd of de Rai dan weer voor het huidige concept kiest van thema’s. Die keuze zal mede worden bepaald als straks de bezoekersaantallen bekend zijn. En gelet op de rust die er heerste tijdens mijn tweede bezoek deze week kan het nieuwe concept best wel eens een kort leven beschoren zijn. Ben benieuwd naar de mening van mijn dierbare lezers hierover…
2 reacties op “Column: De AutoRai in crisis”
Door Tjoop op apr 9, 2009 | Reply
Er was inderdaad dit jaar echt helemaal niks aan
Jammer dat de nieuwe GT3 en Panamera niet aanwezig waren had ze daar echt wel verwacht
Door Jurgen op apr 13, 2009 | Reply
Ik vond het positief dat bepaalde soorten auto’s bij elkaar stonden, zeker als je echt naar iets op zoek bent of graag iets wil overslaan. Ook de Rai-live show vond ik verfrissend.
Echter; de echte glamour was er niet. Het was meer een grote showroom.